Een merkwaardige, typisch laat-gotische
tracering
is die,
welke met een moeilijk woord 'destructivistisch' genoemd wordt.
De architecten uit de
15e
en
16e eeuw
hielden er wel van om met
onwaarschijnlijke vormen de toeschouwer te verwarren.
De '
hangende sluitsteen'
is daarvan een voorbeeld.
Bij de bedoelde traceringen is het alsof de ontwerper van het
patroon er bij het tekenen met passer en lineaal niet uitgekomen is.
De
flamboyante traceringen
tonen lijnen die alsmaar in elkaar lijken te vervloeien.
Bij de gedestructureerde tracering stokt het patroon, lijnen zijn afgebroken of
sluiten niet op elkaar aan. De rechte lijn loopt nergens heen,
het cirkelsegment van de passer eindigt in het luchtledige.
Omdat originele traceringen in Nederland erg zeldzaam zijn,
is niet duidelijk hoe vaak het verschijnsel hier voorkwam.
We zien de vormen nu in een gereconstrueerde tracering in de
Nieuwe Kerk van Amsterdam
en ook een oude foto laat er een zien aan de
Grote Kerk van Breda.
Tekst: Jean Penders (10-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders